Renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen

renovatie verplichting niet residentieel gebouw vlaanderen

Vanaf 1 januari 2022 zullen niet-residentiële gebouwen (kantoorgebouwen, bedrijfsruimten,…) die van eigenaar veranderen of waarop een opstalrecht of erfpacht gevestigd wordt, binnen de 5 jaar na het verlijden van de authentieke akte gerenoveerd moeten worden. De Vlaamse overheid ziet die renovatieplicht als een beleidstool om gebouweigenaars sneller te activeren en het algemeen vooropgestelde verstrengingspad voor niet-residentiële gebouwen versneld in te voeren voor gebouwen die overgedragen worden. De langetermijndoelstelling blijft het behalen van koolstofneutraliteit voor niet-residentiële gebouwen.

Concreet zal de nieuwe eigenaar, opstalhouden of erfpachter van een niet-residentieel gebouw vier energetische renovatiemaatregelen moeten treffen voor het einde van die vijfjarige periode:

  • het energiegebruik verlagen door het plaatsen van dakisolatie: haalt de dakisolatie de minimale R-waarde van 0.75 m²K/W niet, dan moet dakisolatie worden geplaatst met een maximale U-waarde van 0.24 W/m²K.
  • het energiegebruik verlagen door het plaatsen van hoogrendementsbeglazing: als enkel glas aanwezig is, dan moet dit worden vervangen door beglazing met een maximale U-waarde van 1 W/m²K.
  • de vervanging van warmte-opwekkers die ouder zijn dan 15 jaar en niet voldoen aan de minimale installatie-eisen voor renovatie zoals beschreven in Bijlage XII van het Energiebesluit. Bovendien geldt dat, als er een aardgasnet beschikbaar is, centrale opwekkers ouder dan 15 jaar niet mogen worden vervangen door nieuwe stookolieketels.
  • de vervanging van koelinstallaties die ouder zijn dan 15 jaar en koelmiddelen gebruiken op basis van ozonlaagafbrekende stoffen of een GWP-waarde hebben van minstens 2500.

Daarbovenop komen (later) nog bijkomende voorwaarden:

  • voor kleine niet-residentiële eenheden (=een gebouweenheid met niet-residentiële en niet-industriële bestemming met een bruikbare vloeroppervlakte die niet groter is dan 500 m2 en waarbij het aaneengesloten geheel van niet-residentiële gebouweenheden binnen een zelfde gebouw waarvan de gebouweenheid deel uitmaakt een bruikbare vloeroppervlakte heeft die niet groter is dan 1000 m2 en geen niet-residentiële eenheid bevat die groter is dan 500 m²) die in totaliteit worden overgedragen en waarbij de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2022: het gebouw moet een energieprestatielabel C halen.
  • Grote niet-residentiële eenheden waarbij de authentieke akte wordt verleden vanaf 1 januari 2023 en die in totaliteit worden overgedragen: deze gebouwen zullen bijkomend moeten voldoen aan een minimale eis van 5% betreffende het aandeel hernieuwbare energie.

Welke gebouwen vallen onder niet-residentiële gebouwen?

Omdat er toch heel wat nieuwe renovatieverplichtingen afkomen op de toekomstige eigenaren van niet-residentiële gebouwen, is het van belang om even stil te staan bij de vraag: wat verstaat de Vlaamse overheid juist onder "niet-residentiële" gebouwen. Volgens het Energiebesluit zijn alle gebouwen niet-residentieel met uitzondering van:

  • residentiële gebouwen,
  • industriële gebouwen bestemd voor productie, opslag, bewerking of manipulatie van goederen,
  • alleenstaande niet voor bewoning bestemde gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m²,
  • opslagplaatsen voor niet-industrieel gebruik,
  • werkplaatsen,
  • niet voor bewoning bestemde gebouwen van een landbouwbedrijf,
  • gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten,
  • tijdelijke gebouwen die in principe niet langer dan twee jaar worden gebruikt.

Vallen dus zeker onder het toepassingsgebied van de nieuwe regelgeving: scholen, kantoren, handelszaken, horecazaken, zorginstellingen,…

Wat met de renovatieverplichting als maar een deel van een niet-residentieel gebouw verkocht wordt?

Het is niet ondenkbeeldig dat bijvoorbeeld slechts een deel van een kantoorgebouw van eigenaar verandert. Zijn dan alle hogervermelde renovatiemaatregelen van toepassing op het hele gebouw (dus ook op de delen die niet van eigenaar veranderden)? Nee, in dat geval worden de maatregelen beperkt tot de onderdelen die van eigenaar veranderden of waarop een opstalrecht of erfpacht gevestigd werd:

  • Enkel de dakdelen die toebehoren aan eenheden die worden overgedragen, moeten worden gerenoveerd. Gemeenschappelijke dakdelen vallen dus niet onder het toepassingsgebied van de renovatieverplichting, tenzij alle eenheden van het gebouw tegelijkertijd in overdracht zijn.
  • Alleen de enkele beglazing van eenheden die overgedragen worden moet verplicht worden vervangen. Enkele beglazing in andere eenheden in het gebouw vallen dus niet onder het toepassingsgebied van de renovatieverplichting.
  • Enkel die warmte-opwekkers die uitsluitend de eenheden in overdracht van warmte voorzien, moeten voldoen aan de vooropgestelde maatregel voor installaties voor ruimteverwarming. Collectieve installaties of individuele installaties die andere eenheden van warmte voorzien, vallen dus buiten het toepassingsgebied van de renovatieverplichting.
  • Enkel die koelinstallaties die uitsluitend de eenheden in overdracht van koeling voorzien, moeten voldoen aan de vooropgestelde maatregel voor koelinstallaties. Collectieve installaties of individuele installaties die andere eenheden van koeling voorzien, vallen buiten het toepassingsgebied van de renovatieverplichting.
­

2-wekelijkse nieuwsbrief

Blijf online én gratis op de hoogte van de nieuwste bouwproducten, economisch nieuws uit de bouw, de actuele bouwwetgeving, premies, projecten,....