Vind jij het antwoord op de Grote Grondvraag?

de grote grond vraag

Op 5 november 2019 lanceerde de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de website degrotegrondvraag.be. Op die site kan je als grondeigenaar voor een toenemend aantal gemeenten (voorlopig staat de teller op 128) nagaan of je grond bestempeld wordt als een risicogrond.

Een risicogrond is een grond waarop een risico-inrichting gevestigd is of was. We hebben het dan over  fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties, toestellen en handelingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden. Denk daarbij aan een grote stookolietank, opslag of productie van gevaarlijke stoffen, een spuitcabine, een garagewerkplaats, een tankstation, een droogkuis,…

Is er een link met het bodemattest?

Het bodemattest bestaat al sinds 1996 en meestal kom je er voor het eerst mee in contact tijdens de aan- of verkoop van een woning of bouwgrond. Vaak luidt de boodschap dat de OVAM niets weet over de betrokken grond. Dat komt omdat er in het verleden geen uitgebreide inventarisering van risicogronden plaats vond.

Omdat de OVAM tegen 2036 zoveel mogelijk historisch vervuilde gronden wil laten onderzoeken en indien nodig saneren, gaf ze enkele jaren geleden aan alle gemeenten de opdracht om hun milieuvergunningen en andere archieven te doorploegen op zoek naar locaties waar mogelijke industriële/vervuilende activiteiten plaats vonden. Eind 2017 was die inventarisering afgerond en op die manier zijn er in Vlaanderen nu 85,000 gronden gekend als "risicogrond".

Vroeger gaf het bodemattest meestal aan dat er geen informatie beschikbaar was. Als er al informatie aanwezig was dan was het informatie uit een oriënterend of een beschrijvend bodemonderzoek dat effectief uitgevoerd was. Daar komt dus sinds kort ook de informatie bij uit de gemeentelijke inventaris die op basis van archieven (een vermoeden) aangeeft dat er risicovolle activiteiten plaatsvonden op je grond: de zogenaamde risicogronden.

In sommige gevallen is er effectief sprake van een gekende vervuiling maar een grond kan ook door de gemeente bestempeld zijn als risicogrond op basis van pakweg een proces verbaal uit 1874 dat bij de inventarisering door de gemeente ontdekt werd. Die informatie, nl. de locatie van de risicogronden,  kan je voor een aantal gemeenten nu al op de site degrotegrondvraag.be terugvinden.

Vier mogelijke antwoorden en wat die betekenen

Wil je weten of jouw grond een risicogrond is, volg dan deze stappen:

  1. Ga naar degrotegrondvraag.be
  2. Vul in het centrale zoekveld de naam van je gemeente in
  3. Verschijnt er een tweede invulveld om je straat en huisnummer in te vullen, dan kan je verder naar de volgende stap anders betekent het dat er voor jouw gemeente nog gegevens opgenomen werden in de site. Let op: dat betekent niet dat de gemeente niet over een inventaris van risicogronden beschikt! Kan je niet wachten: vraag dan een bodemattest aan bij OVAM.
  4. Vul je straat en huisnummer in en klik op de knop met het opschrift "Ga naar mijn grond"

 

Eenmaal op de kaart beland, zie je aan de hand van de achtergrondkleur meteen of jouw grond een risicogrond is:

  • groen betekent dat niets erop wijst dat je grond een risicogrond is.
  • geel: de OVAM heeft informatie over je grond en je kan die info opvragen via bijvoorbeeld het geoloket bodemdossierinformatie. Het betreft hier werkelijk uitgevoerde onderzoeken, gemelde schadegevallen,… of dus de informatie die je vroeger ook al in het bodemattest aantrof.
  • oranje: je grond staat gekend als risicogrond maar de OVAM neemt het onderzoek op zich omdat je in aanmerking komt voor een vrijstelling van je onderzoeksplicht (zie verder).
  • rood: je grond staat gekend als risicogrond.

Mijn grond is een risicogrond. Wat nu?

Ben je eigenaar van een zogenaamde historische risicogrond, d.w.z. een grond met risico-inrichtingen met aanvang vóór 29 oktober 1995, dan brengt dit verplichtingen met zich mee in het kader van het Bodemdecreet. Je bent dan immers verplicht om tegen 2021, 2023 of 2027 (afhankelijk van het type risico-inrichting) een oriënterend bodemonderzoek uit te laten voeren door een erkend bodemsaneringsdeskundige.. Dat gebeurt op jouw kosten tenzij je een vrijstelling van die onderzoeksplicht bekomt. Dan kan als je aan alle volgende voorwaarden voldoet:

  • de risico-inrichtingen hebben plaatsgevonden op de risicogrond met aanvang voor 29 oktober 1995
  • je hebt de risico – inrichtingen niet zelf geëxploiteerd,
  • de inrichtingen werden op het perceel geëxploiteerd voordat jij eigenaar van de grond werd,
  • sinds de verwerving is de grond louter voor particulier gebruik aangewend,
  • als je de grond door erfenis verkregen hebt, dan moet de erflater ook voldoen aan voornoemde voorwaarden.

Wanneer je een vrijstelling van je onderzoeksplicht krijgt dan zal de Vlaamse overheid de kosten van het oriënterend bodemonderzoek op zich nemen.

Merk op dat er hierboven uiterste data vermeld staan om dat oriënterend bodemonderzoek uit te laten voeren maar je kan hier ook eerder toe verplicht worden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de verkoop van je grond. Het bodemattest zal namelijk ook vermelden of je grond een risicogrond is of niet. Ga je binnenkort je grond verkopen, vraag dan tijdig een bodemattest aan zodat de mogelijks verplichte uitvoering van het oriënterend bodemonderzoek je verkoopdatum niet nodeloos verlaat.

Een fout bij de inventarisatie: vermijd onnodige kosten!

Zoals aangegeven gebeurde de inventarisatie van risicogronden op basis van historische gegevens. Het is dan ook niet ondenkbaar dat je grond per vergissing als risicogrond werd geclasseerd. Een proces verbaal uit 1874 is niet altijd even leesbaar en de vertaling naar risico op vervuiling loopt ook wel eens mank.

Ben je het als eigenaar niet eens met de classificatie van risicogrond dan kan je bij de gemeente op basis van bewijzen die jij aanlevert de schrapping van het perceel als risicoperceel aanvragen. Hoe bewijs je zoiets concreet? In een aantal gevallen volstaat het dat je kan bewijzen dat de sluiting van de risico-inrichting dateert van vóór 11 februari 1946.

Een handige manier om dat te bewijzen is de aankoopakte van je grond. Je vindt er altijd al de oorsprong van eigendom in terug en die vermeldt ook vorige overdrachten! Met wat geluk staat er zwart op wit dat je woning bij een vorige verkoop (voor 1946) als woning (=geen vervuilende activiteit) verkocht werd. Gaat de oorsprong van eigendom in jouw akte niet ver genoeg terug in de tijd: doe dan navraag bij de notaris van de oudste verkoop die je terugvindt in je akte. Veel notarissen houden hun archieven erg lang bij en dat kan jou de kosten van een oriënterend bodemonderzoek besparen!

­

2-wekelijkse nieuwsbrief

Blijf online én gratis op de hoogte van de nieuwste bouwproducten, economisch nieuws uit de bouw, de actuele bouwwetgeving, premies, projecten,....