Isolatietips om condensvorming te voorkomen

Recticel Insulation

Je woning goed isoleren is een belangrijke stap in het verminderen van je energieverbruik. Toch moet je opletten dat je in je goed geïsoleerde woning geen last krijgt van condensvorming. Hieronder geven we vijf tips om condensvorming na isolatie te vermijden.

Ventileren is een must

Wie zijn woning goed isoleert, zorgt ook voor de nodige luchtdichtheid. Hierdoor is er minder natuurlijke ventilatie langs kieren en gaten en kan de luchtvochtigheid in de woning sneller toenemen, zeker in natte ruimtes. Zo'n situatie is niet alleen ongezond maar verhoogt ook de kans op condensatie en schimmelvorming. Wie isoleert, installeert dus best ook een ventilatiesysteem. In heel wat gevallen is dat trouwens door de EPB regelgeving verplicht. Heb je nog geen ventilatiesysteem, dan is voldoende verluchten langs ramen een must.

Isoleer een plat dak langs de buitenzijde

Isoleer een plat dak als het kan altijd langs de buitenzijde van de draagstructuur. Op die manier is de plaatsing van het dampscherm eenvoudiger en ook de kans op condens is een stuk kleiner dan wanneer de isolatie aan de binnenzijde van de draagstructuur geplaatst wordt. In laatstgenoemd geval vormen de draagstructuur en bovenliggende waterdichting een koude, erg dampdichte barrière zodat het dauwpunt zich tussen de isolatie en de dakstructuur bevindt, waardoor er daar condensvorming plaatsvindt.

Vergeet het dampscherm niet bij binnenmuurisolatie

Is spouwmuurisolatie niet mogelijk en moet je langs binnen isoleren, breng dan altijd een dampscherm aan. Anders kunnen dampdeeltjes uit de lucht door de isolatielaag bewegen en condenseren.

Enkel wanneer je een droge ruimte langs binnen isoleert met een isolatiemateriaal met voldoende hoge dampdiffusieweerstand en voorzien van een dampdichte bekleding (harde pir-isolatie van Recticel zoals de Recticel Eurothane G), kan je werken zonder apart dampscherm op voorwaarden dat je de naden goed afdicht met Rectitape.

Om koudebruggen te vermijden voorzie je best ook altijd één meter van de dwarse muur van isolatie.

Combineer verschillende types isolatie op de juiste manier

Zeker bij renovaties komt het vaak voor dat je bijkomend isoleert en dus verschillende types isolatie gaat combineren. Probeer daarbij steeds volgende regels te respecteren om condensvorming te voorkomen:

  • Plaats bij voorkeur altijd de meest dampopen lagen naar buiten toe. Eventuele dampdeeltjes moeten immers steeds zo gemakkelijk mogelijk naar buiten toe afgevoerd raken.
  • Plaats je toch de meest dampdichte isolatie langs buiten? Zorg er dan voor dat de R-waarde van die isolatie minstens 1,5 keer zo groot is als de R-waarde van de meest dampopen isolatie langs de binnenzijde. Zo plaats je het dauwpunt voldoende ver naar buiten en ontstaat er geen condensvorming tussen beide lagen isolatie in.

Vermijd meerdere dampremmende lagen

Breng steeds maar één dampscherm aan en wel langs de warme zijde van de isolatie. Extra dampremmende lagen tussen isolatielagen worden het best zoveel mogelijk vermeden. Hiervoor respecteer je best volgende richtlijnen:

  • Voor hellende daken:
    • Plaats je de pir-isolatie onder de minerale wol? Dan moet je het dampscherm tussen beide lagen verwijderen of doorprikken.
    • Plaats je de pir-isolatie boven de minerale wol (volgens het sarkingdakprincipe), dan dien je de 1,5-regel te volgen uit voorgaande sectie.
  • Voor platte daken: de 1,5-regel uit vorige sectie biedt altijd een zekere oplossing. Zorg ervoor dat de nieuwe isolatielaag boven op de oude dakbedekking 1,5 keer de R-waarde heeft van de al aanwezige isolatielaag.

Wil je nog meer tips voor een correcte isolatie ontvangen? Vraag dan via bijgevoegd formulier de handige renovatiegids voor bouwprofessionals aan.

­

Informatie aanvraag

Laat dit veld leeg:

Quick links

Telefoon Email