Duurzaamheid en betaalbaarheid beginnen bij het ontwerp

uitbreiding woning circulair bouwen
kost vergelijking aanpasbaar bouwen

Duurzaamheid is tegenwoordig een hot topic in de bouwsector. Het grondstofintensieve karakter en de enorme afvalstroom eigen aan bouwprojecten zorgen voor een toenemende roep naar betere bouwwijzen en materiaalgebruik.

Een interessante piste op weg naar meer duurzaamheid in de bouwsector is het ontwerpen van aanpasbare woningen. Charlotte Cambier van VUB-onderzoeksgroep Architectural Engineering toonde in haar doctoraat aan dat aanpasbare woningen zelfs goedkoper zijn dan klassieke woningen.

Wat zijn aanpasbare woningen

Een aanpasbare woning is een woning die makkelijker en met minder bouwmaterialen en afval aangepast kan worden aan de veranderende noden van haar bewoners. Je kan daarbij denken aan voorzienbare veranderingen op lange termijn (jong koppel zonder kinderen, komst van kinderen, kangoeroewoning,…) maar ook aan onverwachte gebeurtenissen op korte termijn (thuiswerk vanwege pandemie,…).

Tot zo ver de theorie, maar hoe maak je nu zo'n aanpasbare woning in de praktijk? Een belangrijke sleutel tot de oplossing van het probleem is een ontwerp dat rekening houdt met die veranderende noden. Als ontwerper kan je vooraf ruimtes zo organiseren dat ze makkelijk te veranderen zijn. Als je vervolgens bij de keuze van onderdelen zoals schrijnwerk en binnenwanden kiest voor demonteerbare en herbruikbare elementen dan ben je al een heel eind op weg.

Goedkoper door aanpasbaar te bouwen

In het onderzoek van Cambier start de aanpasbare woning vanuit een kleine kern die op verschillende manieren zoals aangegeven in figuur 1 (kernwoning > thuiswerk > kangoeroewoning) kan uitgebreid worden. Die aanpasbare woning wordt dan vergeleken met een Vlaamse referentiewoning (3 verdiepingen, 4 slaapkamers  en 2 badkamers). En wat blijkt: alle kosten - vanaf de bouw tot de sloop (60 jaar later) en inclusief onderhoud, reparaties en vervangingen -  liggen lager bij een aanpasbare woning dan bij een klassieke woning.

In figuur 2 worden de verschillende kosten voor verschillende woonscenario's getoond voor zowel de Vlaamse referentiewoning (stippellijnen) als voor de aanpasbare woning (volle lijnen):

  • kangoeroewoning: na 30 jaar wordt de initiële kernwoning omgebouwd tot kangoeroewoning. Dat betekent een uitbreiding met een slaapkamer, een badkamer, een woonkamer, een voorraadruimte, een aparte ingang en rolstoeltoegankelijkheid van de oorspronkelijke kern.
  • koppel met kinderen: in dit scenario gaat een koppel van start in de kernwoning om er na 15 jaar een extra slaapkamer en na 30 jaar nog extra slaapkamer(s) en een badkamer aan toe te voegen. Na 45 jaar als de kinderen het huis uit zijn krimpt het huis weer.
  • werken van thuis uit: in dit scenario verandert de gezinsgrootte niet maar na 30 jaar is er nood aan een home-office.
  • status quo: dit is een scenario waarin de noden niet veranderen.

In elk van de scenario's volgt na 60 jaar de afbraak of ontmanteling. In alle scenario's is de kost na 60 jaar het laagst voor de aanpasbare woning. Enkel voor het "koppel met kinderen" scenario springt de kost van de aanpasbare woning na 30 jaar iets boven dat van de Vlaamse referentiewoning omdat er dan plots een verdiep bovenop de aanpasbare woning bijkomt. Toch is op het einde van de rit ook voor dat scenario de kost van de aanpasbare woning net iets onder die van de Vlaamse referentiewoning.

Wat misschien nog belangrijker is: de investering bij de start van de scenario's is het kleinst voor de aanpasbare woning omdat dan slechts gebouwd wordt wat nodig is op dat moment. Een voordeel dat uitermate interessant is in een dure woningmarkt waar het voor jonge gezinnen steeds moeilijker wordt om een woning te kopen.

“Dit komt omdat de aanpasbare woning in de beginfase enkel met die ruimtes start die op dat moment voor de gezinssituatie nodig zijn. Hierdoor moeten er minder materialen aangekocht worden, waardoor de aankoopkosten al lager liggen. Maar in de volgende jaren liggen ook de onderhoudskosten lager omdat er minder gebouwelementen zoals schrijnwerk, afwerkingsmaterialen etc. moeten onderhouden en gerepareerd worden. Om dezelfde reden is de aanpasbare woning ook materiaalefficiënter en ligt de impact op het milieu lager."

Charlotte Cambier

Duurzamer door demonteerbare materialen

In de vergelijkingen hierboven werd zowel voor de Vlaamse referentiewoning als voor de aanpasbare woning uitgegaan van het gebruik van conventionele materialen zoals beton en baksteen. Duurzaam bouwen betekent echter ook dat je bouwt met demonteerbare materialen zoals bijvoorbeeld lichtgewicht materialen die verbonden worden met omkeerbare verbindingen (bv. houtskelet, bouten). Het gebruik van dergelijke materialen kan op lange termijn (zoals in het scenario van een koppel met kinderen) voordelig uitvallen omdat het makkelijker en goedkoper wordt om de woning aan te passen. Daar staat dan weer tegenover dat het gebruik van die alternatieve materialen leidt tot hoger onderhouds-en herstelkosten.

"Het gebruik van andere materialen maakte financieel gezien wel geen verschil uit, maar kan op lange termijn wel voordeliger uitvallen. Men kan de demonteerbare materialen immers na gebruik doorverkopen. En je bent duurzaam bezig omdat het materiaal hergebruikt kan worden. Met conventionele bouwmaterialen en -technieken is dit praktisch onmogelijk en financieel niet interessant. Anders zou er niet bij elke huidige renovatie een afvalcontainer klaarstaan.”

Charlotte Cambier
­

2-wekelijkse nieuwsbrief

Blijf online én gratis op de hoogte van de nieuwste bouwproducten, economisch nieuws uit de bouw, de actuele bouwwetgeving, premies, projecten,....