Wordt 2016 het jaar waarin u werkgever wordt?

Acerta

De tijden zijn nog nooit zo gunstig geweest om te starten met het aanwerven van personeel. De regering heeft deze legislatuur een heleboel maatregelen genomen om het de werkgevers in het algemeen makkelijker te maken maar ook de startende werkgevers in het bijzonder. We kunnen sinds het begin van het jaar 2016 namelijk spreken van een taxshift. In de marge van dat historisch akkoord werden ook andere initiatieven genomen om het voor startende werkgevers mogelijk te maken om hun activiteiten uit te bouwen. We zetten alle voordelen even op een rijtje.

Welk voordeel haalt u uit de taxshift?

Het is geen geheim dat de loonkosten in België erg hoog zijn, zeker in vergelijking met de buurlanden. De werkgevers vragen al jaren om inspanningen om deze handicap weg te werken. Er komt bijgevolg een algemene lastenverlaging, met als doel een daling van 33% naar 25% voor alle werkgevers.

Toch is het niet zo eenvoudig als het lijkt. Er komt inderdaad een daling van de percentages, maar die zal niet gelden voor alle werkgevers. Niet enkel de bijdragepercentages worden aangepast, ook aan de structurele vermindering wordt gesleuteld.

Structurele vermindering

Deze vermindering geldt voor alle werkgevers die behoren tot een bepaalde categorie. Afhankelijk van de categorie geldt een andere formule en het resultaat van die berekening geeft een bepaald bedrag dat van de RSZ-factuur wordt afgetrokken.

Categorie 1 is de restcategorie waarin zowat alle werkgevers uit de profit-sectoren ondergebracht zijn, terwijl categorieën 2 en 3 voorbehouden zijn voor de social profit en de maatwerkbedrijven. Voor categorie 1 wordt de formule zodanig aangepast dat het grootste voordeel verkregen wordt door de werkgevers die werkzaam zijn in sectoren waar lage lonen betaald worden. Hun kortingen zullen aanzienlijk toenemen de komende jaren.

Bijdragepercentages

Momenteel bedraagt het basispercentage aan werkgeversbijdragen nog 32,4%. Dit percentage is de werkgever verschuldigd bovenop het brutoloon van zijn werknemer. Naast de basisbijdragen zijn er nog bijkomende bijdragen en sectoraal gebonden bijdragen. Het zijn de percentages van de basisbijdragen die vanaf het tweede kwartaal van 2016 gefaseerd zullen dalen. Vanaf april betaalt u nog maar 30% en vanaf 2018 nog maar 25%.

Wanneer zowel de structurele vermindering als de nieuwe bijdragepercentages in rekening gebracht worden, zullen de werkgevers nog maar bijdragen verschuldigd zijn bovenop de brutolonen die zich situeren tussen 29 en 19 procent.

Welke maatregelen zijn er voor startende werkgevers?

Veel zelfstandigen die hun activiteiten willen uitbouwen, twijfelen sterk over het aanwerven van personeel, net door de hoge loonkost die geldt in België. Om hen aan te moedigen toch de stap te zetten, bestaan er al enkele jaren kortingen op de loonkost voor de eerste werknemers die worden aangeworven.

Dit voordeel, dat de naam doelgroepvermindering eerste aanwervingen heeft, werd met ingang van 1 januari 2016 enorm versterkt. U krijgt kortingen tot en met zes werknemers en de allereerste werknemer die u aanwerft is extra voordelig voor u.

Eerste werknemer

Voor de eerste werknemer die u als startende werkgever aanwerft, moet u helemaal geen bijdragen meer betalen. Voor elke eerste aanwerving tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020 zal dit voordeel kunnen worden toegepast en dit onbeperkt in de tijd. Let wel, het gaat om de basisbijdragen. Hierboven kon u al lezen dat die momenteel 32,4% bedragen. Die kost zal u niet meer moeten ophoesten, maar wel nog de andere bijdragen en de sectoraal gebonden bijdragen, zoals de jaarlijkse vakantie voor arbeiders en eventueel een eindejaarspremie indien deze betaald wordt door de sector waarin u werkzaam wordt.

Tweede tot zesde werknemer

Voor de verdere aanwerving van werknemers krijgt u ook kortingen. U moet wel nog de basisbijdragen betalen, maar van die factuur worden bepaalde forfaitaire bedragen in mindering gebracht. Bijvoorbeeld voor de tweede werknemer die u aanwerft, krijgt u vijf kwartalen lang 1.550 euro korting, vier kwartalen 1.050 euro en nog eens vier kwartalen 450 euro. Het gaat om kwartaalbedragen, die gelden voor voltijdse werknemers. Wanneer u een deeltijds werknemer aanwerft krijgt u ook een korting, maar dan uiteraard verminderd. Voor de andere werknemer gelden ook kortingen, maar deze zijn minder hoog en duren minder lang.

Andere spelregels

De voordelen die hierboven beschreven werden, zijn gebonden aan u als werkgever en niet aan de werknemer die u in dienst nam. U kan bijgevolg elk kwartaal nagaan welke werknemer u het meeste kost aan RSZ en voor deze werknemer de meest voordelige korting toepassen. U kan bovendien de voordelen naar eigen keuze toepassen gedurende dertien kwartalen binnen een periode van twintig kwartalen.

Indien u al in 2015 de stap zette en u vestigde als werkgever kan u instappen in de versterkte doelgroepvermindering. U kan dan ook van de kwijtschelding van de basisbijdragen genieten, zij het wel beperkt in de tijd. U genoot in 2015 immers al forfaitaire kortingen voor deze aanwerving. Van de maximum dertien kwartalen mag u nog degene die u niet hebt opgebruikt inzetten vanaf 2016. Voor aanwervingen die gebeurden voor 2015 geldt deze overgangsmaatregel jammer genoeg niet.

Vanaf 2017 worden de forfaitaire kortingen voor de tweede tot de zesde werknemer verder verhoogd en verlengd. Voor alle zes werknemers zal u dan dertien kwartalen lang van een vermindering van de RSZ-bijdragen kunnen genieten.

Fiscale voordelen

Er zijn sinds de zomer van 2015 ook fiscale gunstmaatregelen in werking getreden voor startende en kleine werkgevers. Deze kaderen niet in de taxshift, maar zijn toch het vermelden waard.

Als werkgever hebt u de plicht om elke maand bedrijfsvoorheffing te berekenen en door te storten naar de fiscus. Dit is een voorafbetaling van uw werknemers op hun belastingen. Indien u minder dan vier jaar geleden uw onderneming inschreef in de Kruispuntbank van Ondernemingen en u aan bepaalde voorwaarden voldoet, mag u van die berekende sommen bepaalde bedragen bijhouden om te investeren in uw onderneming. Als kleine onderneming mag u 10% van de bedrijfsvoorheffing bijhouden terwijl u als micro-onderneming maar liefst 20% niet moet doorstorten. De voorwaarden om in aanmerking te komen staan vermeld in het Wetboek van Vennootschappen en gaan over de omzet, het balanstotaal en het gemiddeld aantal werknemers.

Auteur : Nele Mertens – Juridisch Adviseur – Acerta Payroll Services

Bron: Wet 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, BS 30 december 2015 (ed. 2)

­

Informatie aanvraag

Laat dit veld leeg:

Quick links

Telefoon Email