Deceuninck investeert sterk in zijn waardeketen. Voor alle materialen die Deceuninck op de markt brengt, wordt gezorgd voor een gesloten circuit. In de eerste plaats dient de productie zelf met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk te gebeuren. Daarna moeten de bouwproducten zelf een lange levensduur hebben, weinig onderhoud vergen en topisolerend zijn. En last but not least moeten alle producten op het einde van hun levenscyclus volledig gerecycleerd kunnen worden. Pas dan is de kringloop echt gesloten.
Een marktleider moet het goede voorbeeld geven
Al van bij het prille begin was het recycleren van het pvc-productie-afval onderdeel van het businessmodel van Deceuninck, niet voor niets marktleider in pvc-profielen. In de jaren 80 begon Deceuninck samen met externe partners pvczaagafval uit de raamproductie op te halen en te recycleren.
In 2000 was Deceuninck medeoprichter van EPPA, de Europese sectororganisatie, en hielp zo mee de doelstellingen van Vinyl2010, het vrijwillig engagement van de industrie, te realiseren. Het engagement omvatte de recyclage van 200.000 ton postconsumerpvc tegen 2010. Met 260.000 ton deed de industrie waartoe ze zich geëngageerd had.
VinylPlus, de opvolger van Vinyl2010, is zelfs nog strenger voor zichzelf. VinylPlus verbindt zich ertoe jaarlijks 800.000 ton pvc te recycleren tegen 2020. Sinds eind vorig jaar heeft Deceuninck niet alleen een nieuwe recyclagefabriek in Diksmuide geopend – een investering die € 3 miljoen bedroeg, waardoor het bedrijf meteen de grootste recycleerder van harde pvc in de Benelux werd – maar werd Deceuninck Recycling ook gecertificeerd volgens EuCertPlast. EuCertPlast is een certificatieprogramma voor bedrijven die kunststoffen uit de particuliere markt recycleren. Het programma strekt zich uit over heel Europa. Deceuninck behoort tot één van de eerste pvc-recyclagebedrijven die deze certificatie hebben ontvangen.
Recycleerbaarheid: een noodzaak
Vandaag de dag al worden heel veel pvc-ramen met enkel glas van eind jaren 60 en uit de jaren 70 vervangen door beter isolerende ramen met dubbel of driedubbel glas. Aangezien de echte doorbraak van pvc op de ramenmarkt van de jaren 80 dateert, is het logisch dat het gewicht aan pvc dat uit particuliere woningen wordt gehaald (postconsumer-pvc) in de komende jaren nog zal stijgen.
“Maar zo’n waardevol materiaal als pvc op het stort of in de verbrandingsoven smijten, zou niet alleen weinig milieuvriendelijk zijn, het zou ook zonde zijn”, geeft Tom De Busschere, de CEO van Deceuninck aan. “En onnodig bovendien. Pvc kan immers voor de volle 100% worden gerecycleerd en het gerecycleerde materiaal kan nuttig aangewend worden in allerhande toepassingen.”
Naast kunststof, recycleert Deceuninck ook zijn pvchoutcomposiet Twinson. En ook glasvezelversterkte profielen vormen geen enkel probleem.
Inzameling pvc
Oude, gedemonteerde ramen kunnen naar de recyclagefabriek van Deceuninck in Diksmuide worden gebracht. Voor die inzameling en voor het transport werkt Deceuninck samen met openbare en privé-afvalverwerkingsbedrijven, bouwondernemingen, raamfabrikanten en plaatsers.
In Diksmuide worden de ingezamelde pvc-profielen afgebroken en gezuiverd totdat men ze opnieuw als grondstof bij de extrusie van nieuwe profielen kan gebruiken. Volgens plan zou tegen 2016 de capaciteit van 20.000 ton die de recyclagefabriek in Diksmuide heeft volledig benut moeten zijn.
Oud wordt nieuw
De voorbije 25 jaar ontwikkelde Deceuninck producten en processen die toelaten iedere beschikbare kg gerecycleerd pvc te verwerken. Zo lanceerde Deceuninck in 2004 het Beebo-gamma voor wandbekleding, een exclusieve architecturale interieurbekleding op basis van gerecycleerd materiaal.
Ook de Cyclefoam-geluidswand, nu te zien langs heel wat snelwegen, TGV-lijnen en luchthavens in Europa, is een innovatief ontwerp van Deceuninck waarbij oude pvc een nieuwe bestemming krijgt.
Meer weten over het Recycling-programma van Deceuninck :