Elk jaar peilt de FOD Economie via het zogenaamde huishoudbudgetonderzoek naar de uitgaven van de Belg. De recentste resultaten betreffen de enquêtes die in 2016 uitgevoerd werden bij 4,490 Belgen.
Daaruit blijkt dat de Belg 36.3% van zijn huishoudbudget besteedt aan zijn woning:
- 30.4% of 10,400 euro voor de woning zelf: huur (werkelijk betaald voor huurders of “geschatte”huur voor eigenaars), kosten en energie-uitgaven, onderhoud en herstelling van de woning.
- 5.8% of 1,992 euro voor de aankoop van meubelen, onderhoudsproducten en huishoudtoestellen, gereedschap voor tuin en huis,…
Op ruime afstand volgen de 2de en 3de grootste uitgavenposten namelijk voeding (13%) en transport (12%).
Verschillen tussen de gewesten
Tussen de gewesten onderling vallen er enkele verschillen op.
De Brusselse huishoudens besteedden verhoudingsgewijs nog meer geld aan hun woning (39%) in vergelijking met Vlaamse (35.8%) en Waalse huishoudens (36.3%). In het Brussels gewest ging ook een groter deel van het budget naar voeding en niet-alcoholische dranken (13.8% versus 13.3% in Vlaanderen en 13.5% in Wallonië).
Vlamingen gaven verhoudingsgewijs dan weer meer uit voor huishoudtoestellen, meubels en onderhoudsproducten (6.4% tegenover 5% in Wallonië en 5.1% in Brussel) en voor hotels, restaurants en cafés (7.1% versus 5.0% in Wallonië en 6.7% in Brussel).
Waalse huishoudens besteedden dan weer verhoudingsgewijs meer aan energie-uitgaven (5.7% versus 4.8% in Vlaanderen en 4.1% in Brussel) en aan transport (12.9% versus 11.4% in Vlaanderen en 8% in Brussel).