De federale ministerraad keurde onlangs een wetsontwerp goed dat een einde moet maken aan het onderscheid tussen aannemers en architecten op het gebied van de verzekeringsplicht: aannemers en andere dienstverleners in de bouw (studiebureaus, ingenieurs,…) zullen –net als nu al het geval is voor architecten- een tienjarige aansprakelijkheidsverzekering moeten aangaan.
Toepassingsgebied
De verplichte verzekering voor de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid betreft de soliditeit, stabiliteit en waterdichtheid van gesloten ruwbouw en is beperkt tot woningbouw en werken waarvoor de aanstelling van een architect verplicht is.
Per schadegeval is een tegemoetkoming voorzien tot maximum 500,000 euro, afhankelijk van de waarde van het gebouw.
De verzekerden zullen mogen kiezen tussen een jaarpolis en een polis per project. Aannemers en overige dienstverleners kunnen ervoor opteren om samen een polis af te sluiten voor het geheel van de werken.
De nieuwe wet zou in werking treden vanaf januari 2018.
Begeleiding en controle
Per Koninklijk Besluit kan er een begeleidingscommissie aangesteld worden, maar het initiatief daarvoor ligt bij de beroepsverenigingen. Een begeleidingscommissie is vooral van nut voor jonge architecten en aannemers die een verzekering willen aangaan. Er wordt ook gedacht aan de optie om achteraf per Koninklijk Besluit een waarborgfonds op te richten. Aannemers en architecten zouden op die manier kunnen kiezen voor een borgstelling in plaats van voor een verzekering.
Als ze geen van beide doen, zijn de uitvoerende bestuurders, de zaakvoerders en de leden van het directiecomité ten opzichte van derden hoofdelijk aansprakelijk voor iedere schuld die uit de tienjarige aansprakelijkheid voortvloeit. Om een controle toe te laten, moeten bouwactoren voor de start van de werf het bewijs van verzekering of borgstelling bezorgen aan de bouwheer, de architect en de RSZ.